Ze stak haar hoofd nog even om de deur voordat hij dicht ging en zei ‘Ik heb er zin in om samen aan de slag te gaan!’.
Maar zo begon ons gesprek niet. Het was een opgelegd gesprek. Haar leidinggevende was namelijk het gevoel bekropen dat de dingen op de afdeling misschien niet altijd even efficiënt gingen. Misschien ook wel. Maar daar kon hij de vinger niet opleggen en daarvoor had hij hulp ingeroepen. Niet om te zoeken naar goed of fout, maar om te ontdekken. Om open te staan voor verbetering, optimalisatie en voor verandering indien nodig.
En daar zaten we dan samen aan tafel. Armen strak over elkaar, aan haar kant. Ik vroeg haar naar haar verwachtingen van het gesprek en wat haar van te voren was meegegeven. Ze eindigde haar verhaal in ‘dus ik denk gewoon dat we het heel goed doen en ik ben dus ook heel benieuwd wat jij nog denkt te kunnen brengen’.
Dus….
Duidelijk verhaal. Heel herkenbaar ook. Zij zat zelf tenslotte al meer dan tien jaar op haar huidige functie. Dus ja. Had een enorme loyaliteit naar haar leidinggevende en haar organisatie, rénde letterlijk voor alles en iedereen en niets was haar teveel. Ze was het zeker niet overal mee eens met wat er gebeurde, maar daarin vonden haar collega en zij zich. Even samen schoppen en ze konden er weer tegenaan.
Ik liet haar haar verhaal doen. Luisterde. Voelde met haar mee en herkende heel veel van wat ze zei. Naarmate ik dat gaandeweg in het gesprek hier en daar kon laten vallen, merkte ik dat er een verbinding kwam. Dat ze ontdooide. Dat ze zich comfortabel begon te voelen en dat ze het fijn vond dat er naar haar geluisterd werd. Erkenning in wie zij was, de harde werker die altijd voor iedereen klaar stond. Maar ook erkenning van haar frustraties.
En toen we gaandeweg het gesprek samen ontdekten dat er misschien wel oplossingen waren voor haar frustraties, of misschien andere wegen die naar Rome leiden, kwam er zelfs een sprankeling in haar ogen. En toen ik na de kennismakingsgesprekken met haar en haar collega’s weer met haar leidinggevende in gesprek ging, stak ze haar hoofd dus nog even om de deur.
Organisatieblindheid noem ik het soms maar. Het gaat er bij werkplek coaching niet om of je de dingen die je doet goed of fout doet. Het gaat erom dat er voor de dingen die je doet vaak heel veel manieren zijn om ze te doen. En dat het opschudden van je kussen soms helpt om nét even wat lekkerder te liggen. Het kussen hoeft niet vervangen te worden, helemaal niet zelfs. Het gaat erom dat jij er blij van wordt. Dat jij weet wat je doet, waarom je het doet en waar die activiteiten aan bijdragen.
Welke activiteiten dragen rechtstreeks bij aan de doelstellingen van jouw organisatie? Heb jij je prioriteitenmatrix scherp? Als dat het geval is kun je ervoor zorgen dat je alle rand- en bijzaken zo optimaal en efficiënt mogelijk inricht. Waardoor je zoveel mogelijk tijd over houdt om bezig te zijn met alle activiteiten die niet urgent, maar wel belangrijk zijn. En als je je doelstellingen door focus en slim werken met gemak haalt, kun je de rest van je tijd lekker koffiedrinken met collega’s, of luieren in de zon. Of je storten op projecten waar je energie van krijgt. Hoe fijn?!